Tijdens het college over Verslaving geven Bram Bakker en Marcel van Bockel tips voor hulpverleners over de omgang met verslaving. Hoe ga je om met een cliënt die verslaafd is?
Als je vermoedt dat een client een verslaving heeft, maak het dan bespreekbaar. Dit is de eerste stap. Een van de moeilijkste dingen voor een verslaafde is erkennen dat hij machteloos is en dat het een probleem is geworden. Wat ook kan helpen is om met je cliënt te plussen en minnen. Dus wat kost het en wat levert het je op? Door dit te bespreken en samen de balans op te maken beseft iemand zelf dat het gebruik misschien toch niet zo ideaal is als hij eerst dacht. Daarbij kun je de cliënt ook een link naar de website van een van de zelfhulpgroepen meesturen, waar een vragenlijst staat. Door die vragenlijst in te vullen, kunnen mensen zelf inzicht krijgen in de grootte van het probleem.
Maak ruimte voor het doseerprobleem dat bij de cliënt onder de verslaving zit. Alleen dan heeft behandeling zin. Als iemand niet kan doseren, moet diegene helemaal stoppen. Dit principe wordt ook wel totale abstinentie genoemd.
Deel in de begeleiding van mensen met verslavingen stukjes van je eigen ervaring met verslaving (als je die hebt). Kijk daarbij hoe je iemand kunt ondersteunen: ga bijvoorbeeld mee naar een eerste meeting als iemand dat prettig vindt.
Als een cliënt tussen wal en schip valt, omdat de zorg erg complex is, is er minder regie in de hulpverlening. Verschillende instanties cirkelen dan om iemand heen, maar wie neemt de leiding? Het is voor de cliënt belangrijk dat een van de hulpverlenende instanties dan aangeeft dat zij hulp gaan bieden. Specialisatie is begrijpelijk, maar generalisatie is nodig om een cliënt verder te kunnen helpen.
Als je niet weet hoe je iemand kan helpen, val dan terug op gedragstherapie. Dit werkt altijd. Deconditioneren is de basis van het proces.
Daarbij geven Bram en Marcel ook nog wat tips die je kunt meegeven aan een cliënt met een verslaving.
Je moet erkennen dat er iets met jou aan de hand is. Een verslaving is een ziekte van verheimelijking. Deel het met je dierbaren, want alleen in de openheid kan je het redden om uit je verslaving weg te komen.
Je hoeft maar 24 uur per dag iets te doen, kijk niet te ver vooruit. Je hoeft alleen voor die ene dag die voor je ligt te besluiten dat je clean wilt blijven.
Doe het rustig aan na een opname. Ga niet gelijk weer aan het werken, maar neem maandenlang de tijd om rustig op te bouwen. Direct alles weer gaan doen na een opname is vragen om moeilijkheden. Na drie maanden denk je bijvoorbeeld pas niet meer aan een sigaret.
Wees je als ex-verslaafde bewust van je gedrag en trek aan de bel als je heel veel van het een of ander gaat eten of drinken. Het gaat vaak om onschuldige dingen, maar door alert te zijn, kan je je gedrag makkelijker aanpassen.
HALT is een acroniem en staat voor hungry, angry, lonely en tired. Wanneer je honger hebt, boos bent, je alleen voelt of moe bent, maak je veel sneller een uitglijder. Als je die dingen afdekt: goed eten, niet boos worden door je ongemak te delen, zorgen voor gezelschap, genoeg slapen dan is het makkelijker om niet uit te glijden.