Jantje huilt, Jantje lacht: wat is een stemmingsstoornis?

Bipolaire stemmingsstoornissen worden vaak gezien als het bekende Jantje huilt, Jantje lacht. Maar dit is niet altijd het geval. “Het is een stoornis van de activiteit en niet van de stemming”, zegt Ralph Kupka tijdens zijn college over het onderwerp.

Bij een bipolaire stemmingsstoornis heb je te maken met manische en depressieve periodes. Wanneer iemand manisch is, zal diegene uitzonderlijk actief, opgewekt zijn en doorslaan in ideeën. Ook kan iemand juist erg snel boos worden, niet nadenken over gevolgen van daden en in een staat van razernij belanden. Wanneer iemand depressief is, is diegene erg somber en duf. De persoon is amper vooruit te branden en wil liever niets doen.

Wat zijn de symptomen van een bipolaire stoornis?
Het herkennen van een bipolaire stemmingsstoornis is lastig. Iemand kan symptomen vertonen, terwijl diegene geen stoornis heeft. Zo kan iemand heel temperamentvol, heel druk of duf, maar niet bipolair zijn. Ook bij mensen met een bipolaire stemmingsstoornis is het lastig om te herkennen wanneer iemand nou een manische of depressieve periode ingaat. Als een patiënt erg opgewekt is, gaan de alarmbellen vaak al rinkelen in de omgeving, terwijl dit niets hoeft te betekenen.


Soms ervaren patiënten zelf dat ze manisch worden, maar soms hebben mensen het niet door. Kupka geeft een voorbeeld van een man die niet doorhad dat hij manisch werd en enorm veel goede ideeën aankaartte op zijn werk. Dit sloeg door in zijn manie. Hij werd ontslagen en hij werd dus eigenlijk belemmerd door zijn intelligentie, omdat dit doorsloeg tijdens zijn stemming. Na het geven van dit voorbeeld, speelt de volgende vraag op: “Vertel je op werk dat je aan een bipolaire stemmingsstoornis lijdt?” Je kunt het vertellen op werk, omdat je dan transparant bent over de situatie, maar dit moet wel goed voelen. Wanneer je aangeeft dat je een bipolaire stoornis hebt, hebben mensen vaak een vooroordeel. Dit kan in je nadeel zijn, maar het kan ook voordelen opleveren als je op werk vertelt over je stoornis: er kan rekening mee worden gehouden dat je af en toe wat duffer bent.

Waarom zijn mensen met een bipolaire stoornis vaak duf?
Een reden waarom mensen met een bipolaire stemmingsstoornis duf kunnen zijn, is de aanwezigheid van adrenaline. Bij mensen zonder stoornis komt adrenaline op en zakt het later weer af. Bij mensen die manisch zijn wordt de aanwezigheid van adrenaline juist alleen maar groter. Mensen die last hebben van een manie wordt daarom ook aangeraden avonden in een donkere kamer door te brengen, geen moeilijke gesprekken aan te gaan en niet meer naar beeldschermen te kijken. Door veel licht en intensieve gesprekken krijg je namelijk telkens zetjes waardoor je alleen maar meer adrenaline krijgt, iets dat je niet kan gebruiken als je adrenalinelevel niet zakt.


Een andere reden voor duf zijn ligt in de behandeling van de stoornis door middel van medicatie. Medicatie kan ervoor zorgen dat er wat betreft het adrenalinelevel geen uitschieters zijn, wat soms leidt tot dufheid. Vaak weten patiënten dat er pieken en dalen kunnen komen wanneer zij stoppen met medicatie, waardoor ze getrouw hun pillen blijven slikken. Toch komt het voor dat het een tijdje goed gaat en dat mensen denken dat ze hun pillen niet meer nodig hebben. De mensen die stoppen komen vrijwel altijd weer terug en zullen dan opnieuw met medicatie beginnen.